Eerste grasperk in de reeks van de bloemperken, de Boulingrin is typisch voor de Franse tuinen alhoewel de afkomst van de naam uit het engels komt, Bowling green, wat betekent tuin om jeu de boules te spelen. De Boulingrin van Belœil is zo gezegd eenvoudig : het is een plaats in de vorm van een wasbak met platte bodem enkel bezaaid met gras en omringd door haagbeukbanken.
Het Rozenperk
Het Rozenperk is zo genoemd omdat hier de eerste in België ingevoerde Bengaalse rozestruiken bloeiden.
De Dekenlaan
De Dekenlaan is 600 meter lang en er staan haagbeuken van 6 meter hoog. Werd zo genoemd omdat de deken van Beloeil de gewoonte had er te wandelen terwijl hij zijn brevier las.
De Goudvissenvijver
Ook al refereert de naam van deze plek aan de kleurige vissen die het geheel opvrolijkten, toch wordt de identiteit ervan in de eerste plaats bepaald door de vele feesten die er werden gehouden.
In de 17de en 18de eeuw wordt de tuin gebruikt als sfeervol kader voor bals, festiviteiten en tal van andere activiteiten.
Het bijzondere van deze vijver is de entourage van prachtige groene priëlen, gevormd door hagen van haagbeuk.
De vorige bewoners zijn verdwenen na een grote eetlust van de reigers en andere roofdieren.
De Minnebeek
“De Minnebeek” is een landelijk fantasietje dat prins Charles-Joseph heeft aangebracht in het park van zijn vader.
Het Ovalen Waterbekken
Draagt de naam van zijn vorm. Gevoed door zijn eigen bron, hij vriest slechts toe bij extreme vrieskou. Hij was omringd door rode beuken, die verdwenen zijn omdat de grond te vochtig was.
Het Spiegelbekken
In deze laan stonden vroeger lage haagbeuken.
Volgens de norm van Dezaillier d’Argenville, tuinarchitect uit de 17de eeuw, heeft prins Antoine ze dankzij zijn doorzettingsvermogen kunnen doen groeien tot tweederde van de laanbreedte.
De Bronnen
De drie bronnen voorzien de “Spiegels” alsook de “Minnebeek” van water. De grootste heet de “Mooie Baadster”. In 1755, deed zich een eigenaardig fenomeen voor : het water spoot op tot een hoogte van 7 meter. Een bronzen arend duidt deze plaats aan.
De legende wil dat wanneer u een muntstukje in de kleinste (maar ook de diepste) bron gooit en waterbelletjes ziet opstijgen, uw liefdeswens zal worden verhoord (Pechère merkt op dat men daarvoor het beste een oud, doorboord stuk van 25 centiem kan gebruiken).
De Zaal van de Grote Duivel
Hier bevond zich waarschijnlijk een eerste kasteel.
De Draaibrug
Het is langs deze hoofdweg dat men vroeger de eigendom binnenkwam.
Het Neptunusbeeld
De Princs Claude-Lamoral II vraagt, in 1742, aan Adrien Henrion, sculpteur gevormd door Pigale, om het uiteinde van het water te versieren met een beeld dat Neptunus, Eole en Aquillon verenigt.
De quincunx
De quincunx werd tussen 1948 en 1950 aangeplant met rode beuken. Zij vervingen de groene beuken die in 1942 door een storm waren geveld.
De quincunx, een kleine siertuin vlakbij de residentie, verzekert de overgang van de regelmatige tuin naar het jachtpark. Deze groep bomen, bedoeld als wandelplaats, dankt zijn naam oorspronkelijk aan de plaatsing van de bomen naar het model van de vijf op een speelkaart.
De Malielaan
De tegenhanger van de Dekenlaan aan de overzijde van het park. Oorspronkelijk is de mail een lange zandlaan waar men met houten ballen jeu de boules (balspel) speelt. De term betekend ook een wandeling in het park maken. Deze lange ruimte over het algemeen afgezet met rijen bomen is bestemd om te slenteren.
Het Klooster
Een van de bekoorlijkste plekjes van Beloeil, omringd door twee reeksen haagbeuken.
De Damesvijver
Omdat het in het noordelijke deel van de vijver dieper was, konden de dames daar op het einde van de 18e eeuw baden.
Tijdens het Europese Jaar van Parken en Tuinen in 1993 werd de “Damesvijver” met de steun van het Waalse Gewest heraangelegd.
De prins Antoine de Ligne heeft er de haagbeuken hernieuwd.
De Ijsvijver
Ongeveer tot in 1925 werd hier ’s winters het ijs uitgezaagd, dat dan werd bewaard in de ijskelder achter de moestuin , onder een grote heuvel.
Dit ijs kon dan in de zomer worden gebruikt.
Het Hertenpark
Het Hertenpark is strikt privé. Hier bevindt zich de obelisk van prins Charles, de tempel van Morpheus van Bélanger en het eiland van Flora, in de vorm van een klaverblad.
De Ruïne
De Ruïne is een typisch overblijfsel van de tuinkapelletjes uit het romantische tijdperk. Ze werd gebouwd aan het einde van de 18de eeuw.
De Tempel van Pomona
Gelegen in de groententuin, is de tempel van Pomone – romeinse godin van de tuinen – een charmant paviljoen (18de eeuw) dat men opmerkt op de weg gelegen tussen het park en de Orangerie.